Economen breken zich het hoofd over de vorm waarin de wereldeconomie zich zal herstellen van de recessie die wordt veroorzaakt door de verschillende ‘lockdowns’. Daarbij komt een hele letterbak voorbij.
De aandelenbeurzen herstelden zich sterk van de eerste schrik en dat lijkt erop te wijzen dat beleggers rekenen op een recessie en herstel in V-vorm: een harde maar korte implosie gevolgd door een even krachtige opleving.
Een variant daarop is de W-vorm, waarbij er een soort dubbele dip plaatsvindt, ook gevolgd door een sterk herstel. Dat scenario is niet waar Keith Wade, de hoofdeconoom van de Britse vermogensbeheerder Schroders, op rekent. Hij verwacht eerder een U-vormig herstel.
De economische data ivoorspellen niet veel goeds, stelt Wade. Met het uitblijven van een vaccin tegen covid-19 lijkt een snel herstel van de economische activiteit onwaarschijnlijk. De lockdown lijkt in veel landen wel te helpen om de pandemie onder controle te krijgen. Maar de vruchten op economisch terrein zijn vooralsnog zuur. Een economie heeft zwaar te lijden onder een lockdown. De purchasing managers indices over april bevestigen dat de economische activiteit in een vrije val is geraakt. De economische vertraging is uniek in diepte en snelheid, dit overtreft de financiële crisis uit 2008, stelt Wade.
Twee factoren zijn bepalend voor hoe het herstel eruit komt te zien: de steunmaatregelen van overheden en banken en de exit-strategie.
Als de economie stilvalt, neemt de behoefte aan steunmaatregelen toe. De terugval in activiteit veroorzaakt extra druk op de bedrijfsfinanciën en zal leiden tot faillissementen. Het gevaar is groter voor kleine bedrijven met minder toegang tot de kredietmarkten.
Deze periode is ook een belangrijke test voor het banksysteem. Bedrijven vallen nu al meer terug op hun kredietlijnen dan in de vorige crisis. Wade rekent er niet op dat banken gered moeten worden. Wel komt er meer risico te liggen bij de centrale banken, die hun opkoopprogramma’s hebben uitgebreid naar bedrijfsobligaties.
Hoe snel de lockdowns kunnen worden opgeheven is bepalend voor het herstel van de economie, of het een V-, U- of zelfs L-vormig herstel gaat worden. Een scherp terugveren van de economie lijkt steeds onwaarschijnlijker, denkt Wade van Schroders. Zelfs als de beperkingen worden opgeheven, is het nog maar de vraag of de consumenten terugkeren naar winkels en restaurants. Het zou Wade niet verbazen als een voorzichtige consument het herstel van de wereldeconomie in de weg zit. Naast een zuiniger consument, zien we ook minder bedrijfsbestedingen. Hogere besparingen en lagere investeringen zouden de tragere economische groei en de lagere rentetarieven alleen maar versterken.
De druk om beperkende maatregelen op te heffen neemt snel toe, nu de schade meer zichtbaar wordt. Wade denkt dat een V-vormig herstel te optimistisch is. De groeiverwachting voor 2020 wordt neerwaarts bijgesteld. Herstel verloopt zwakker, trager, meer U-vormig. En het blijft hopen dat een W-scenario of opleving van het virus worden voorkomen.
Een ander probleem is de prijsontwikkeling, waarbij op korte termijn nadrukkelijk deflatie op de loer ligt. Op de lange termijn is er juist weer het risico van (hoge) inflatie.
De grondstoffenprijzen staan onder druk, de olieprijs is ingestort. Dat houdt de inflatie laag. Een recessie zal ook de inflatoire druk beperken. Als de waarschijnlijkheid van een V-vormig herstel afneemt, kan deflatie eerder de kop opsteken.
Sinds de wereldwijde financiële crisis is de inflatie ver onder het historische niveau en de doelstellingen van de centrale bank blijven steken, met een gemiddelde van 1,3 procent in de eurozone en 1,6 procent in de VS, stelt een andere Britse vermogensbeheerder, Jupiter Asset Management, in een recent rapport. Dit ondanks uitzonderlijk gunstige financiële omstandigheden, omdat landen de deflatie probeerden te bestrijden met ultra-lage en zelfs negatieve rentetarieven en kwantitatieve versoepeling. Jupiter verwacht dat de reactie van beleidsmakers op de door het coronavirus veroorzaakte vraagschok uiteindelijk op de langere termijn tot een hogere inflatie zal leiden.
Een combinatie van structurele factoren heeft de inflatie laag gehouden. De vergrijzende bevolking spaart meer en geeft minder uit. Globalisering en de-industrialisatie hebben de collectieve onderhandelingskracht van vakbonden en beroepsbevolking verminderd en een overvloed aan goedkopere arbeidskrachten aan de wereldeconomie toegevoegd. De technologische vooruitgang heeft de kosten onder druk gezet, stelt Jupiter.
Het coronavirus heeft tot een grote vraagschok geleid in de wereldeconomie. Beleidsmakers hebben gereageerd met een enorme injectie van monetaire en budgettaire stimulansen. Maar dit is een gezondheidscrisis en er is een medische oplossing nodig om de economieën volledig te laten herstellen. Tot die tijd zal een gedeeltelijke heropening leiden tot haperende economieën, beperkte investeringen en lage consumptie.
Als de economieën eenmaal volledig zijn heropend, zullen de stimuleringsmaatregelen als een rugwind voor de wereldwijde groei gaan werken en zal het voor beleidsmakers een uitdaging zijn om de hoeveelheid liquiditeit in de economieën te verminderen. Dit rechtvaardigt de verwachting dat de inflatie op termijn weer zal oplopen.
Op termijn, want eerst zal de vraagschok als gevolg van de pandemie nog jaren doordreunen, is de verwachting van Jupiter. Diepe recessies zijn altijd deflatoir, de ineenstorting van de olieprijzen is daar een goed voorbeeld van. Jupiter verwacht ook dat de aard van de crisis en de beleidsreactie extra kosten voor de economieën met zich meebrengen naarmate de toeleveringsketens opnieuw worden ingericht en de wisselwerking tussen kapitaal en arbeid opnieuw wordt beoordeeld. De globalisering werd al ondermijnd door handelsspanningen.
De pandemie heeft een aantal van de kwetsbaarheden die inherent zijn aan de geglobaliseerde toeleveringsketens aan het licht gebracht, en politici zouden erop kunnen gaan aansturen belangrijke naar het buitenland verplaatste productie terug te halen. De crisis heeft ook aangetoond dat de samenleving afhankelijk is van relatief laagbetaalde arbeid, niet alleen in de gezondheidszorg, maar in de hele publieke en private sector. De publieke steun voor betere lonen en arbeidsvoorwaarden zou hier verandering in kunnen brengen.
Het L-vormige recessiebeeld moet nadrukkelijk niet worden uitgesloten. Als de pandemie grotendeels voorbij is, blijven economieën met enorme schulden achter en die moeten wel afgelost worden. De consument zal niet ineens naar zijn oude uitgavenpatroon terugkeren, de angst voor nieuwe economische tegenspoed of andere virussen zit er waarschijnlijk goed in.
In het geval van een L-vormige recessie loopt de economie dan blijvende schade op, faillissementen blijven zich voordoen, de werkloosheid blijft langdurig hoog en er zal weer worden getwijfeld aan nut en noodzaak van de Europese samenwerking. Voor de beurzen is dit ook een doemscenario.